Noten zijn er in allerlei soorten en maten. Je hebt waarschijnlijk wel een voorkeur voor bepaalde soorten. Weet je ook waar deze noten vandaan komen? In deze blog gaan we verschillende soorten bij langs om te ontdekken wat hun herkomst is, waar ze geteeld worden en waar ze het beste groeien.
Amandelen vormen de zaden voor de amandelboom. Het grootste deel van deze noten, zo’n 80%, komt uit Californië. Daarnaast vindt een deel van amandelen de herkomst in Spanje. Voornamelijk de Jordan en Valencia amandelen komen hiervandaan. Een amandel bestaat voor ongeveer 90% uit onverzadigde vetzuren en bevat daarnaast veel vitamine E. Je kunt ze los opeten, als decoratie gebruiken of op een andere manier door voedsel verwerken. Vooral de zoete variant is erg lekker en gezond.
De cashewnoot wordt voornamelijk geteeld in Vietnam, India en Afrika. De noten worden voornamelijk bewerkt in India en Vietnam totdat ze zo op te eten zijn. Het is de zaad van de kasjoeboom en bevat veel eiwit en ijzer. Je kunt cashewnoten zo opeten, maar ze zijn ook erg lekker wanneer ze opgebakken of geroosterd zijn. Ze hebben een maanvorm en zijn daardoor ook leuk voor kinderen als snack.
De plant hazelaar bevat een vrucht die we hazelnoot noemen en de kern hiervan is eetbaar. Vooral in Turkije en Spanje wordt deze noot veel geteeld. Er bestaan zowel wilde als commercieel verbouwde hazelaars. De wilde variant is wat kleiner en heeft een meer uitgesproken smaak. Beide hazelnoten zijn erg lekker en bevatten veel vitamine E. Met een handjevol haal je al ongeveer de helft van aanbevolen dagelijkse hoeveelheid binnen.
Pecannoten komen voornamelijk uit de Verenigde Staten. Ze komen van een 40 tot 50 meter hoge boom en kunnen zo gegeten worden. Je kunt ze ook heel goed roosteren of als garnering gebruiken voor bijvoorbeeld gebak of ijs. Een pecannoot bevat ongeveer 75% vet, 10% eiwit, veel zink en vitamine B. De olie die eruit gewonnen kan worden wordt voornamelijk voor de cosmetica gebruikt, maar kan ook prima gegeten worden.
Een paranoot is de vrucht van een boom uit de Lecythidaceae familie die voornamelijk in Bolivia te vinden is. Deze boom wordt echter bijna niet geteeld, omdat de noten in het wild kunnen worden verzameld. Paranoten worden veel gebruikt als onderdeel van studentenhaver, maar zijn ook heerlijk om los te eten. Ze bevatten onder andere veel vitamine E, zink, calcium, seleen en meer.
Vanuit de Verenigde Staten en Iran kennen we de pistachenoot, die ook wel pimpernoot wordt genoemd in Nederland. De eetbare groene zaden hebben een karakteristieke smaak en worden in veel soorten voedsel gebruikt. Je kunt ze echter ook heel goed zo opeten en een heerlijke snack voor jezelf maken. In de fabriek wordt aan de hand van geluid bepaalt of een noot open of dicht zit. Een dichte pistachenoot maakt namelijk een ander geluid dan de open variant. De smaak blijft echter bij allebei onveranderd en ze bevatten beide mineralen en vitaminen.
Walnoten staan bekend om hun gezondheidsbevorderende aspecten en vinden hun herkomst voornamelijk in de Verenigde Staten, Chili en Oost–Europa. Ze worden beschouwd als een steenvrucht, maar wordt in de algemene spreektaal juist als de meest bekende noot aangeduid. Een walnoot wordt bij de groei omgeven door een harde dop en daarna door een dikke groene schil. Je kunt ze in de dop aanschaffen of wanneer ze al gepeld zijn. Met een notenkraker kun je zelf de walnoten goed openbreken en onder andere de antioxidanten zo innemen.
Nu weet je in ieder geval als je noten eet vandaan komen.
Laat een reactie achter...